Wat zijn DNS-records?

DNS is de DHL van het internet. Het systeem zorgt ervoor dat een domeinnaam aan een IP-adres wordt gekoppeld van de plek waar je website, je mail of andere diensten staan.

We moeten een domeinnaam aan een website of aan een e-mailadres koppelen. Dit gebeurt via het DNS: het Domain Name System. Dit systeem is een zeer belangrijke bouwsteen van het internet. Zonder DNS kun je een domeinnaam niet gebruiken. Het DNS is vergelijkbaar met een telefoonboek: je zoekt een naam (Piet) en je krijgt een nummer (06-123456). Je belt 06-123456 en je wordt met Piet verbonden.  Zo werkt het ook met websites en e-mail.

Een website staat op een webserver. Een webserver heeft een IP-adres (IP staat voor internetprotocol). Een mailbox staat op een mailserver. Ook die heeft een IP-adres. Een IP-adres ziet er zo uit: 86.128.76.210.

Iedere website en e-mailbox heeft dus een eigen IP-adres. In het DNS staat welke domeinnaam met welk IP-adres verbonden is, en welk e-mailadres met welke mailbox.

In dit plaatje zie je hoe DNS samenwerkt met je website, e-mail en domeinnaam. De ‘A’ staat voor A-record dat je domein aan je website koppelt. De ‘MX’ staat voor het MX-record dat je e-mailadres met je mailbox verbindt.

DNS-records

DNS-records vormen daardoor een zeer belangrijk onderdeel van je domeinnaam en zorgen ervoor dat jouw domeinnaam en e-mail ‘weet’ waar de webserver of mailserver staat en wie of hoe die benaderd mag worden. Klopt het DNS niet, dan werkt je website, mail of andere dienst niet naar behoren.

Dit zijn de DNS-records die wij voor je beheren:

A-records
Hiermee wordt jouw (sub)domein aan een IPv4-adres koppelen, zoals 192.168.0.0.

AAAA-records
Werkt hetzelfde als het A-record maar dan voor een IPv6-adres bijvoorbeeld 2001:0db8:85a3:0000:1319:8a2e:0370:7344

TXT-records
Deze text records worden gebruikt om extra informatie aan het domein toe te kennen, zodat bijvoorbeeld de betrouwbaarheid en verificatie wordt gecontroleerd van de server. Zoals met een SPF-record.

MX-records
Een MX-record zorgt voor de mailafwikkeling. Meestal is het record een A-record dat verwijst naar de server die de e-mail moet afhandelen. Er kunnen meerdere prioriteiten (volgorde) worden toegekend.

CNAME-records
Met een CNAME-record wordt een A-record gekopieerd. Een CNAME wordt altijd op een subdomein ingesteld, om te voorkomen dat e-mail stopt met werken.

SRV-records
Met een SRV-record koppelen we het domein aan een server die een andere dienst levert.